Aardgasvrije wijken
Verantwoordelijkheden en wettelijke bepalingen
In de Klimaatwet is vastgelegd dat we in 2030 49 procent minder CO2 moeten uitstoten ten opzichte van 1990 (en in 2050 95 procent minder). Hoe we dit gaan doen, heeft het vorige kabinet samen met maatschappelijke partijen uitgewerkt in het Klimaatakkoord. Daarin is onder meer afgesproken dat in 2050 alle woningen vrij zijn van aardgas.
Daarom is per 1 juli 2018 de wettelijke verplichting om nieuwe huizen en kleine bedrijven (verbruik max 40m3 gas/uur) aan te sluiten op het gasnet, vervallen. De Tweede Kamer heeft dat via een amendement op de Wet Voortgang Energietransitie (Wet VET) besloten. Deze wet vormt de basis voor het aardgasvrij maken van nieuwbouw. De wet biedt het college van B&W wel ruimte om bij zwaarwegende redenen van algemeen belang uitzonderingen te maken en toch een gasaansluiting te bieden.
De nieuwe regels gelden niet voor nieuwbouwprojecten die vóór 1 juli 2018 al een vergunning hadden gekregen. Die kunnen dus nog wel op het aardgasnet worden aangesloten. Maar in het Akkoord nieuwbouw aardgasvrij is afgesproken dat gemeenten en andere betrokkenen proberen om ook al eerder ingediende nieuwbouwprojecten toch zoveel mogelijk aardgasvrij te maken.
Voor bestaande woningen hebben Nederlandse gemeenten eind 2021 een Transitievisie Warmte opgesteld. Daarin geven zij in eerste instantie aan hoeveel woningen en andere gebouwen in de periode tot 2030 van het gas af gaan. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de gemeente per wijk of buurt een wijkuitvoeringsplan maakt, waarin ook de alternatieven voor aardgas staan. De Transitievisie wordt op termijn onderdeel van de Omgevingswet.
Het aardgasvrij maken van woningen en andere gebouwen is een ingrijpend proces dat vraagt om aanpassingen van wet- en regelgeving. Zo komt er bijvoorbeeld een nieuwe Warmtewet (over verantwoordelijkheden netbeheerder, consumentenbescherming, etc.). Naar verwachting wordt deze wet in 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer.