Circulaire economie
Waar gaat het over?
Nederland wil in 2050 grondstoffen steeds opnieuw gebruiken en geen afval meer produceren. Gemeenten dragen hieraan bij door duurzaam in te kopen en afval te scheiden.
Verantwoordelijkheden en wettelijke bepalingen
Landelijk is afgesproken dat Nederland in 2050 100 procent circulair moet zijn. Dat betekent dat we grondstoffen steeds opnieuw gebruiken en geen afval meer produceren. In het programma Nederland Circulair in 2050 omschreef het Rijk in 2016 hoe we zuiniger en slimmer met grondstoffen, producten en diensten kunnen omgaan. Het Uitvoeringsprogramma circulaire economie laat jaarlijks zien hoe het ervoor staat en welke nieuwe activiteiten zijn gestart.
Gemeenten produceren zelf geen grondstoffen. Ze verwerken wel afval en kopen grondstoffen en diensten in. In het Grondstoffenakkoord (2017) hebben gemeenten uitgesproken anders met grondstoffen om te gaan en afval meer te scheiden en hergebruiken.
Gemeenten zijn op grond van de Wet Milieubeheer (Omgevingswet) verantwoordelijk voor afvalinzameling. Hoe het afval wordt ingezameld, beschrijft de gemeente meestal in een Grondstoffenplan. De gemeenteraad stelt dat vast. De raad besluit ook over de afvalstoffenverordening, waarin de regels voor inzameling zijn opgenomen. Sinds 1 juli 2020 zijn gemeenten wettelijk verplicht om groenten-, fruit- en tuinafval (gft), papier, metaal, kunststof, glas en elektronische apparatuur gescheiden in te zamelen (Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen). Voor textiel en gevaarlijke stoffen gaat die verplichting in 2025 in. Op het Besluit zijn enkele uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld wanneer gescheiden inzameling technisch niet haalbaar of buitensporig duur is. Het doel is dat gemeenten in 2025 per inwoner per jaar nog maar 30 kilo aan grof en fijn restafval inzamelen (159 kg in 2020).
De meeste gemeenten hebben voor de inkoop, waarmee tientallen miljoenen gemoeid zijn, het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) ondertekend. Behalve sociale of duurzaamheidseisen, kan de raad eisen voor circulair werken opnemen in bijvoorbeeld een Woonvisie, Economische visie of Omgevingsvisie.
Gemeenten kunnen bouwcombinaties vragen materialen te scheiden op de bouwplaats, of voor nieuwe gebouwen materialenpaspoorten bij te houden. Dat kan via Madaster, het kadaster voor materialen. In dit online platform worden gebouwen geregistreerd inclusief de materialen en producten die zich er in bevinden. Dat maakt hergebruik en slim ontwerpen makkelijker.
In de openbare ruimte bestaan voorbeelden van verkeersborden van natuurlijke grondstoffen als bereklauw of hennep of van circulaire straatstenen van hergebruikt beton en olifantsgras. Om hergebruik van grondstoffen en materialen (kringloop) optimaal te organiseren, werken gemeenten vaak regionaal samen, bijvoorbeeld in Green Deals of Regio Deals met het Rijk. Schaalvergroting kan tot versnelling leiden.
Een gemeente kan inwoners en maatschappelijke organisaties ook stimuleren. Bijvoorbeeld door gescheiden inzameling door sportverenigingen en scholen te organiseren. De raad kan besluiten maatschappelijke initiatieven te ondersteunen zoals Repair café’s of Opschoondagen. De raad kan via vergunningen aandringen op duurzaamheidscriteria bij evenementen, zoals gebruik van hard cups met statiegeld of circulair verpakkingsmateriaal. Ook initiatieven van bedrijven voor hergebruik van reststoffen kan de gemeente faciliteren en versterken.