Lokale economie
Waar gaat het over?
Bedrijven zorgen voor banen, inkomsten en levendigheid. De gemeente speelt een belangrijke rol in het versterken en stimuleren van de lokale economie.
Verantwoordelijkheden en wettelijke bepalingen
De meeste gemeenten voeren een economisch beleid. Met als doel nieuwe bedrijven aan te trekken en bestaande bedrijven kansen en ruimte te bieden om zich verder te ontwikkelen. Want (midden- en klein)bedrijven zorgen voor banen, inkomsten en levendigheid in de gemeente.
De gemeente heeft verschillende wettelijke instrumenten om bedrijvigheid in de gemeente te beïnvloeden.
Zo kunnen gemeenten bestemmingsplannen aanpassen om bedrijvigheid mogelijk te maken. Een verplicht bestemmingsplan ligt over het algemeen tien jaar vast (art 3.1 Wet Ruimtelijke Ordening). De gemeente kan een bestemmingsplan voor een gebied tussentijds aanpassen, als bijvoorbeeld een nieuw bedrijf past binnen de plannen voor gebiedsontwikkeling. De gemeente moet dan onderzoeken of de gevolgen van de bedrijfsactiviteiten voor de veiligheid, parkeermogelijkheden, geluidhinder etc. binnen de wettelijke normen blijven. De gemeenteraad neemt uiteindelijk het besluit tot wijziging.
De raad kan ook bedrijvigheid beïnvloeden via vergunningen, lokale belastingen en plaatselijke verordeningen. Denk aan terras- en bouwvergunningen. Met lagere lokale heffingen, zoals reclamebelasting en afvalstoffenheffing, kan de gemeente vestiging aantrekkelijker maken. Met verordeningen kunnen gemeenten veel zelf bepalen. Nederland kent een Winkeltijdenwet, maar gemeenteraden kunnen zelf bepalen of zij bijvoorbeeld een koopzondag invoeren of andere sluitingstijden hanteren. Ook voor de horeca heeft de gemeente hierbij een zekere vrijheid. En om bijvoorbeeld leegstand aan te pakken, kan de raad een boete instellen voor pandeigenaren die hun pand langer dan twee jaar laten leegstaan (leegstandsverordening).
Voor bepaalde gebieden met veel bedrijven, kan de gemeenteraad een bedrijveninvesteringszone (BIZ) vaststellen. Bedrijven betalen in zo’n gebied een bestemmingsbelasting (BIZ-bijdrage) die op verzoek van de bedrijven zelf wordt geheven. De belastingopbrengst wordt als subsidie uitgekeerd aan een door de ondernemers opgerichte uitvoeringsorganisatie. Daarmee kunnen zij met hulp van de gemeente activiteiten uitvoeren om de openbare ruimte bij bedrijventerreinen of winkelgebieden schoner, veiliger of goed bereikbaar te maken. Dat is in het belang van de ondernemers zelf én in het algemeen belang.
Gemeenten mogen bedrijven op grond van de Wet Financiering Decentrale Overheden financieel een duwtje in de rug geven. Zo kunnen zij leningen verstrekken of aandelen nemen. Er is geen sprake van staatsteun, zolang de gemeente duidelijk kan maken dat deze steun past binnen de maatschappelijke opgaven van de gemeente. Bijvoorbeeld als het nodig is om werkgelegenheid te behouden. Of om bedrijven aan te sporen duurzaam te werken. De raad moet met zo’n voornemen instemmen.
Gemeenten concurreren regelmatig met bedrijven. Om concurrentievervalsing te voorkomen, moeten zij zich aan gedragsregels houden. Die regels staan in de Wet Markt en Overheid. Daarin staat bijvoorbeeld dat overheden alle kosten die zij maken voor een dienst, doorberekenen in de prijs. Onderhoudt een gemeentelijke plantsoenendienst bijvoorbeeld ook particuliere tuinen? Dan moeten de overheden de kosten van dat particuliere onderhoud volledig in rekening brengen bij de eigenaren van de particuliere tuinen.