Maatschappelijk vastgoed
Waar gaat het over?
Gemeenten kunnen gebouwen of terreinen met een publieke functie gebruiken voor maatschappelijke doelen en het vergroten van de leefbaarheid in hun gebied.
Verantwoordelijkheden en wettelijke bepalingen
Maatschappelijk vastgoed is een gebouw of terrein met een publieke functie. Bijvoorbeeld een school, sporthal, cultureel centrum, bibliotheek of opvangcentrum. De exploitatie ervan wordt vaak mogelijk gemaakt door publieke middelen. Veelal is de gemeente eigenaar van het maatschappelijk vastgoed, maar niet altijd. Bedrijfsonroerendgoed, bijvoorbeeld een huisartsenpost in de wijk, kan ook maatschappelijke meerwaarde hebben, en in die zin eveneens als maatschappelijk vastgoed worden beschouwd.
Als het gaat om maatschappelijk vastgoed, heeft de gemeente alleen de wettelijke
plicht tot de (nieuw)bouw van scholen. Veel gemeenten stellen daarvoor een meerjarig Integraal Huisvestingsplan (IHP) op. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil zo’n IHP wettelijk verplicht maken.
Gemeenten zijn economisch eigenaar van de scholen, de scholenorganisaties zijn juridisch eigenaar. Sommige gemeenten zijn ook nog verantwoordelijk voor de brandweerkazerne, maar de meeste hebben het eigendom daarvan overgedragen aan de Veiligheidsregio. Als het gaat om sport of cultuur, kunnen gemeenten ervoor kiezen om een sporthal of theater te bouwen, maar ze zijn daar niet toe verplicht. Gemeenten zijn ook vrij in het gebruik van vastgoed dat leeg komt te staan, zoals voormalige schoolgebouwen.
Scholen, bibliotheken en culturele centra moeten als publieke gebouwen voldoen aan uiteenlopende wet- en regelgeving. Een groot deel daarvan heeft te maken met veiligheid en toegankelijkheid voor de gebruikers. Denk aan regels rond brandveiligheid, asbest en legionellapreventie. Ook reguliere eisen uit het Bouwbesluit en kaders in het bestemmingsplan (Omgevingswet) spelen een rol.
Tegelijkertijd moeten de gebouwen voldoen aan eisen voor duurzaamheid. Zo moeten gemeentelijke kantoorgebouwen groter dan 100 m2 net als andere kantoren voor 1 januari 2023 energielabel C hebben. Voor het overige maatschappelijke vastgoed hebben gemeenten met onder meer het Rijksvastgoedbedrijf, de provincies, het onderwijsveld, zorg- en sportvastgoed en monumentenpartijen, in het Klimaatakkoord afgesproken dat het in 2020 vrijwel geen CO2 meer mag uitstoten (95% vermindering). Om gemeenten te ondersteunen bij het bereiken van die doelstelling is onder andere de VNG-routekaart opgesteld.
Bij gebruik van voorzieningen – bijvoorbeeld door verhuur – hebben gemeenten te maken met de Wet Markt en Overheid. Het doel van deze wet is het voorkomen van oneerlijke concurrentie. Dat betekent bijvoorbeeld dat een gemeente die sportactiviteiten aanbiedt die ook door particuliere ondernemers worden aangeboden, de volledige kosten moet doorberekenen. Tenzij de gemeente goed kan aantonen dat de dienst, sport bijvoorbeeld, een algemeen belang dient. Dan kunnen zij verenigingen een lagere huur berekenen. Gemeenten stellen hiervoor een tarievenbeleid op, dat in een verordening door de gemeenteraad wordt vastgesteld.
Het Besluit Begroting en Verantwoorden provincies en gemeenten (BBV) eist van gemeenten dat ze in de begroting een paragraaf opnemen over de technische staat van de kapitaalgoederen. Behalve wegen, riolering, groen, water vallen ook gemeentelijke gebouwen daaronder. Gemeenteraden moeten hierover elke vier jaar een beleidsnota vaststellen.