Passend onderwijs
Waar gaat het over?
Alle kinderen moeten les kunnen volgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Scholen hebben hiervoor een zorgplicht. Gemeenten hebben verschillende wettelijke taken om scholen daarbij te ondersteunen.
Verantwoordelijkheden en wettelijke bepalingen
Iedereen heeft recht op onderwijs. Volgens de Wet passend onderwijs (2014) moeten alle kinderen het beste uit zichzelf kunnen halen. Dat geldt ook voor kinderen die extra hulp nodig hebben vanwege leer- of gedragsproblemen. In eerste instantie op een gewone school, die daarop is toegerust. Als intensievere begeleiding nodig is, kan het kind naar speciaal onderwijs.
Scholen hebben hierin een wettelijke zorgplicht: zij moeten, in overleg met de ouders, zorgen dat alle kinderen een passende plek vinden. Om goede ondersteuning (remedial teaching, begeleiding bij dyslexie etc.) te kunnen bieden, maken scholen in dezelfde regio hierover afspraken in een samenwerkingsverband van gewone scholen en scholen voor speciaal onderwijs. Dit geldt voor basis- en voortgezet onderwijs.
De gemeente is wettelijk verplicht om scholen bij te staan bij hun zorgplicht. Die verplichtingen komen voort uit de Jeugdwet en uit de Wet passend onderwijs.
Op grond van de Jeugdwet is de gemeente sinds 2015 verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg voor de jeugd. De gemeente moet daarvoor een jeugdbeleidsplan opstellen. De gemeenteraad stelt dat vast. In dat plan staat bijvoorbeeld hoe de gemeente preventie, jeugdhulp en kinderbescherming organiseert en hoe zij samenwerking tussen hulpverleners bevordert.
De Wet passend onderwijs verplicht de samenwerkingsverbanden van scholen elke vier jaar een ondersteuningsplan op te stellen. In dat plan staan afspraken over het niveau van de basisondersteuning, de verdeling van het beschikbare geld, en over de manier waarop de extra ondersteuning binnen en tussen de scholen wordt georganiseerd.
Het samenwerkingsverband moet het ondersteuningsplan afstemmen op het jeugdbeleidsplan van de gemeente. Dat gebeurt in het OOGO: op overeenstemming gericht overleg. De Jeugdwet en de Wet passend onderwijs stellen dit OOGO verplicht als overleg tussen samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeentebestuurders. Hoe het OOGO wordt uitgewerkt, is afhankelijk van de omstandigheden per regio. Het OOGO stemt bijvoorbeeld de samenwerking van onderwijs en door gemeenten gefinancierde (jeugd)hulp af. Denk daarbij onder andere aan afspraken tussen wijkteams en zorgteams op scholen of over intensieve jeugdhulpprogramma’s voor leerlingen die (tijdelijk) niet speciaal onderwijs kunnen volgen.
In het algemeen is de gemeente op het gebied van onderwijs onder meer verantwoordelijk voor onderwijshuisvesting, leerlingenvervoer, onderwijsachterstandenbeleid en leerplicht. Zie daarvoor het Dossier Onderwijs.