Schuldhulpverlening

Waar gaat het over?

Zo’n 1,4 miljoen huishoudens in Nederland hebben problematische schulden of lopen het risico daarin te belanden. Gemeenten zijn wettelijk verplicht hen daarbij hulp aan te bieden.   

Verantwoordelijkheden en wettelijke bepalingen

Gemeenten zijn volgens de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs, 2012) verantwoordelijk voor het aanbieden van schuldhulp aan inwoners met problematische schulden. Daarvoor krijgen ze geld van het Rijk.

Met ingang van 2021 is de Wgs gewijzigd. Daardoor kunnen gemeenten nu gegevens van burgers met betalingsachterstanden al in een vroeg stadium krijgen van woningcorporaties, energie- en drinkwaterbedrijven en zorgverzekeraars. Die zijn hiertoe verplicht als hun eigen inspanningen (betalingsherinneringen, gesprek) niets hebben opgeleverd. Zij hoeven daarvoor niet eerst toestemming aan de klant te vragen. Zo krijgen gemeenten mensen met schulden eerder in beeld en kunnen zij hun hulp aanbieden om uit de schulden te komen: schuldhulpverlening.

Als er een melding komt via een schuldenaar zelf, via maatschappelijk werk of een schuldeiser, over betalingsproblemen, moet de gemeente binnen vier weken in gesprek met de betreffende inwoner. In een verordening legt de gemeente vast binnen welke termijn na dat eerste gesprek zij besluit of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. De raad stelt die verordening ‘Beslistermijn schuldhulpverlening’ vast.

Iemand van ouder dan 18 jaar die zelf zijn schulden niet kan oplossen, ingeschreven staat in een gemeente en inkomsten heeft uit werk of een uitkering, komt in aanmerking voor schuldhulpverlening. Gemeenten kunnen, binnen het kader van de wet, zelf bepalen hoe zij deze schuldhulp bieden. De gemeente kan afspraken maken met schuldeisers (schuldbemiddeling) of schulden bij hen afkopen, zodat de inwoner alleen nog schuld heeft bij de gemeente (schuldsanering). Voor de schulden bij de gemeente kan dan een aflossingsregeling worden getroffen.

Als een schuldeiser niet wil meewerken aan schuldbemiddeling, kan de inwoner een beroep doen op wettelijke schuldsanering (Wet schuldsanering natuurlijke personen, Wsnp). Hierbij beslist de rechter. De gemeente of schuldhulpverlenende instantie helpt de inwoner bij deze rechtsgang, door onder meer het verzoekschrift voor toelating tot de Wsnp op te stellen en relevante stukken te verzamelen.

Gemeenten besteden de uitvoering van schuldhulpverlening vaak uit aan organisaties die daarin gespecialiseerd zijn. In de gewijzigde Wgs staat ook hoe deze organisaties met het uitwisselen van persoonsgegevens moeten omgaan. Gemeenten leggen dat vast in een verwerkersovereenkomst volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Gemeenten blijven uiteindelijk wel verantwoordelijk, bijvoorbeeld bij klachten.

De Wgs verplicht gemeenten ook om lokale ondernemers in zwaar weer te ondersteunen. Zij kunnen ondernemers actief informeren over de mogelijkheden tot ondersteuning en moeten passende regelingen kunnen bieden. Zo kunnen zij bijvoorbeeld op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen een krediet of uitkering toekennen.

Achtergrondinformatie

Volgens de Rijksoverheid hebben naar schatting 1,4 miljoen huishoudens in Nederland problematische schulden of lopen ze het risico daarin te belanden. De verwachting is dat deze aantallen zijn toegenomen als gevolg van de coronacrisis. Gemiddeld lopen mensen vier tot vijf jaar rond met financiële problemen voordat ze aan de bel trekken, waardoor schulden hoog kunnen oplopen.

Met het ‘Actieplan brede schuldenaanpak’ wil de overheid problematische schulden voorkomen en vroegtijdig maatregelen treffen om de schulden te verminderen en verhelpen. Een tweede doel is om de afspraken met schuldenaars duidelijker en effectiever te laten zijn. Tenslotte beoogt de brede schuldenaanpak een zogenaamde sociale incasso: inwoners kunnen hun schulden op een zorgvuldige en verantwoorde manier voldoen, zonder dat er gerechtelijke procedures nodig zijn.

Het is de taak van de gemeente om inwoners te helpen, die onvoldoende zelfredzaam zijn.
Voor passende en tijdige schuldhulpverlening is veel informatie nodig over de (financiële) situatie van de inwoner. Daarbij gaat het ook om de woonomstandigheden, gezondheid en opvoeding. Binnen de beleidsterreinen zorg, werk, inkomen en maatschappelijke ondersteuning en ook wonen, bekijken gemeenten deze problemen steeds meer in hun samenhang.

De raad kan erop aandringen dat mensen die een beroep doen op ondersteuning (uitkering, Wmo-voorzieningen, huurtoeslagen), goede informatie of cursussen krijgen over omgang met geld en het houden van een overzichtelijke administratie van inkomsten en uitgaven. Als mensen met oplopende betalingsproblemen niet aan de bel trekken, kunnen wijkteams of maatschappelijk werk signaleren welke inwoners grote risico’s lopen of al hulp nodig hebben. Zij kunnen dan de gemeente inschakelen.

Behalve budgetadvies geven, kan de gemeente, als dat nodig is, iemand budgetbeheer opleggen en zo het inkomen beheren en betalingen doen. Inwoners betalen ook gemeentelijke belastingen, zoals afvalstoffenheffing. Kunnen ze dat niet, dan wordt de gemeente schuldeiser. De gemeente moet erop letten dat die positie haar rol als schuldhulpverlener niet in de weg staat.

Tools voor raadsleden

De VNG heeft een modelverordening voor gemeentelijke schuldhulpverlening

De Rijksoverheid heeft een checklist voor burgers die hen wegwijs kan maken in de schuldhulpverlening

Handreiking Wgs van Autoriteit Persoonsgegevens

Inspiratie en praktijkvoorbeelden

Landelijk samenwerkingsprogramma voor innovatieve schuldhulp Schouders Eronder

Veel gemeenten doen mee aan vroegtijdige begeleiding via SchuldHulpMaatje

Lokale campagne ‘Achter de voordeur’ (gemeente Heumen)

VNG Praktijkvoorbeelden schuldhulpverlening VNG