Klimaatadaptatie

Waar gaat het over?

Gemeenten moeten zich, samen met andere overheden, inwoners en bedrijven, aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Water en bodem worden sturend bij beslissingen over de inrichting van je gemeente.

Wetten en verantwoordelijkheden

Nederland kent op basis van de Deltawet (2012) een Deltaprogramma, dat jaarlijks wordt aangepast. Dit programma moet ons land beschermen tegen hoog water en een tekort aan zoet (drink)water. Bovendien moet het Deltaprogramma helpen om Nederland voor te bereiden op de gevolgen van de verandering van het klimaat.

De aarde warmt op en het klimaat verandert. Daarom is in het Klimaatakkoord afgesproken om 2030 onze CO2-uitstoot te halveren en in 2050 het klimaat helemaal niet meer te belasten met uitstoot van broeikasgassen (die voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde). Via de Regionale Energiestrategieën werken gemeenten hieraan mee.

Tegelijkertijd merk je, wereldwijd en in Nederland, de gevolgen van klimaatverandering nu al: zomers en winters worden warmer, extreme buien en periodes van droogte wisselen elkaar af en overstromingen komen vaker voor. Daarom moeten we ons ook aanpassen aan en voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Dat noemen we klimaatadaptatie. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het verstevigen van dijken, het verbreden van rivieren en het ‘groener’ maken van steden en dorpen.

Het Rijk, provincies en gemeenten werken als één overheid samen om Nederland zo in te richten dat het de gevolgen van klimaatverandering aankan. Daarvoor bevat het jaarlijkse Deltaprogramma sinds 2018 een Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Doel daarvan is dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht: bestand tegen overlast door overstromingen of droogte én tegen de gevolgen van klimaatverandering.

Het kabinet heeft besloten dat water en bodem sturend worden bij beslissingen over de inrichting van ons land. Dat betekent dat je bij alles wat er in je gemeente gebeurt, nadenkt over en rekening houdt met de gevolgen voor water en bodem. Bijvoorbeeld bij aanleg van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen, opknappen van bestaande bebouwing, vervanging van rioleringen en wegonderhoud. Gemeenten moeten er op die manier, samen met waterschappen, provincies, het Rijk en private partijen, voor zorgen dat schade door hitte, wateroverlast, droogte en overstromingen zo beperkt mogelijk blijft. Gemeenten moeten daarvoor een klimaatadaptatieplan hebben met een uitvoeringsagenda, klimaatstresstesten hebben uitgevoerd etc.

Als het gaat om klimaatadaptatie, liggen de wettelijke verantwoordelijkheden van de gemeente vooral op het gebied van waterbeheer, (woning)bouw en ruimtelijke ordening. Zo moet de gemeente op grond van de Waterwet zorgen voor verwerking van hemelwater (regen, sneeuw, hagel) in de openbare ruimte. Vervuild rioolwater dat bij een extreme bui op straat komt te staan, mag de gezondheid van inwoners niet in gevaar brengen. De gemeente is er ook verantwoordelijk voor dat lage of hoge grondwaterstanden geen problemen voor burgers geven.

Bij nieuwbouw en herinrichting van gebieden kan de gemeente, via een klimaatparagraaf in bestemmingsplannen op grond van de Wet ruimtelijke ordening, eisen stellen aan het minimale vloerpeil (hoogte van de vloer van de begane grond ten opzichte van het straatpeil) en aan waterberging (bijv. groen dak). Via het aanbestedingsrecht kan de gemeente marktpartijen prikkelen tot klimaatbestendige oplossingen (zoals groene gevels, waterpleinen), bijvoorbeeld door niet altijd voor de goedkoopste, maar juist voor de meest innovatieve of klimaatbestendige oplossing te kiezen.

Minder verharding van de openbare ruimte en particuliere tuinen en meer aanplant van groen worden gezien als goede maatregelen om water beter te kunnen verwerken en verkoeling te kunnen bieden. De gemeente moet ervoor zorgen dat er ruimte is voor tijdelijke opvang van water, als dat nodig is. Inwoners en bedrijven kunnen daaraan bijdragen, bijvoorbeeld door meer groen op hun terrein of in hun tuin aan te leggen, om tegels eruit te halen etc. Een gemeente kan burgers en bedrijven daartoe aanmoedigen. Zij kan ook in een hemelwaterverordening opnemen dat perceeleigenaren hun regenpijp moeten loskoppelen van het riool. In drogere gebieden in het land helpt dit om het grondwater aan te vullen. Met corporaties kunnen gemeenten groene ambities vastleggen in de gezamenlijke prestatieafspraken.

Ook kan de gemeente vormen van stimuleringsregelingen of financiële prikkels overwegen. Te denken valt dan aan subsidies voor groene daken, een ‘groene’ korting op leges of verschillende tarieven voor de rioolheffing.

Achtergrond

Extremere weersomstandigheden kunnen schade veroorzaken. Woningen van burgers kunnen onder water lopen. Aanhoudende droogte veroorzaakt mislukte oogsten bij boeren. Hitte zorgt voor uitzettingsproblemen bij bruggen en spoorlijnen en voor gezondheidsproblemen bij ouderen of zeer jonge kinderen. Volgens het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie kan de schade in onze steden oplopen tot € 33 tot € 87 miljard in de periode tot 2050, als we niets doen. Het is dus zaak dat gemeenten zich, samen met andere partijen, inzetten om de gevolgen van klimaatverandering te kunnen opvangen. Met als doel de kwaliteit van de leefomgeving voor inwoners te verbeteren. En bovendien financiële en maatschappelijke schade zoveel mogelijk te voorkomen.

 

De gemeenteraad moet erop toezien dat klimaatadaptatie in de gemeente goed is geregeld en dat het beleid voor klimaatadaptatie vorm krijgt. Houd dus als gemeenteraad steeds de vinger aan de pols als het gaat om klimaatadaptatie:

  • Is er een klimaatadaptatieplan met uitvoeringsagenda?
  • Is er een klimaatstresstest uitgevoerd?
  • Is klimaatadaptatie onderdeel van al het beleid dat in de gemeente wordt gevoerd?
  • Is er een lokaal hitteplan?

 

De gemeente werkt hierin zoveel mogelijk samen met andere overheden zoals provincie, waterschappen, inwoners en bedrijven. Het is van belang bij alle activiteiten in je gemeente óók te kijken wat ze voor het klimaat betekenen, en daarbij water en bodem sturend te laten zijn. Dat noemen we integraal en gebiedsgericht werken: je verbindt klimaatadaptatie met andere ambities, zoals woningbouw, waterbeheer en energietransitie. Concreet betekent dat dat je als gemeente in omgevingsvisies en omgevingsplannen, bijvoorbeeld bij het kiezen van locaties voor nieuwbouw, vooraf al rekening houdt met klimaatvraagstukken en het watersysteem. Ook bij verbouw van woningen, bedrijven en maatschappelijk vastgoed valt nog veel winst te behalen. Koppel verbouw bijvoorbeeld aan energiebesparing, verduurzaming, aanpak van fundering of vernieuwing van riolering of wegen.