Begrijpelijk schrijven op B1-niveau
Als politieke partij wil je de kiezers laten weten waar je voor staat. Je gebruikt daarvoor bijvoorbeeld folders, nieuwsbrieven, je site en je verkiezingsprogramma. Als je schrijft op B1-niveau, kan de overgrote meerderheid van de lezers je tekst begrijpen. In deze module geven we tien tips met concrete voorbeelden. Daarnaast wijzen we je ook op een paar valkuilen en geven we informatie over websites die je kunt gebruiken om je teksten te controleren.
De 10 tips voor schrijven op B1-niveau samengevat
- Verplaats je maximaal in de lezer
- Weet wat het doel is van je tekst
- Schrijf korte alinea’s
- Zet de belangrijkste boodschappen in tussenkopjes
- Zorg voor samenhang in de tekst
- Schrijf korte en eenvoudige zinnen
- Schrijf actief
- Gebruik woorden die je lezer kent
- Schrijf persoonlijk en positief
- Ondersteun je tekst met beelden
Wat is B1-niveau?
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. Er zijn zes taalniveaus. Taalniveau A1 is het laagste niveau en taalniveau C2 het hoogste. Het overgrote deel van de bevolking kan taalniveau B1 begrijpen. Schrijf je op taalniveau C1? Dan kan ongeveer 60% van de bevolking je tekst niet goed begrijpen. Deze lezers bereik je dan niet.
Taalniveau | Vereiste vaardigheid lezen |
A1 (laagst) | De lezer begrijpt vertrouwde namen, woorden en eenvoudige zinnen. |
A2 | De lezer begrijpt korte, eenvoudige en persoonlijke brieven en mails. |
B1 | De lezer begrijpt teksten in eenvoudige spreektaal over onderwerpen die veel voorkomen in zijn of haar omgeving. |
B2 | De lezer begrijpt artikelen en verslagen over eigentijdse problemen en literair proza. |
C1 | De lezer begrijpt complexe teksten, specialistische artikelen en technische instructies. |
C2 (hoogst) | De lezer kan alles lezen. |
10 tips voor schrijven op B1-niveau
1. Verplaats je maximaal in de lezer
Maar weinig mensen zitten te wachten op een nieuwsbrief of een programma van een politieke partij. Vooral niet als daar alleen maar in staat wat je als partij zélf belangrijk vindt. Kiezers lezen en begrijpen je informatie beter als die gaat over de dingen die zíj belangrijk vinden. Verplaats je dus zo goed mogelijk in je lezers en gebruik woorden die hen aanspreken. Soms helpt het als je een lezer in gedachten neemt voor wie je schrijft.
Niet
Onze partij wil zorgen voor goede leefbaarheid met voldoende woonruimte, voorzieningen en een aantrekkelijke leefomgeving.
Maar
Iedereen van jong tot oud moet fijn in onze gemeente kunnen wonen. Daarom zorgen we dat er genoeg betaalbare huizen zijn. We bouwen huizen die er goed uitzien, met scholen en winkels in de buurt.
2. Weet wat het doel is van je tekst
Bedenk voor je gaat schrijven wat je met je tekst wilt bereiken. Is de tekst vooral bedoeld om te informeren? Of moet de lezer actie ondernemen? Door het doel van je tekst duidelijk op te schrijven, maak je het voor de lezer makkelijker om de tekst te begrijpen. Vertel niet alles wat je weet, maar weet wat je wilt vertellen. Elk woord moet helpen het doel te bereiken. Helpt een woord of zin daar niet bij? Laat het dan weg.
Niet
De Nieuwe Lokale Partij (DNLP Mooidorp)
De Nieuwe Lokale Partij (DNLP Mooidorp) is er vooral op gericht om een beleid te voeren dat vanuit de inwoners van de gemeente Mooidorp komt en niet vanuit de landelijke politiek. Wij doen daarom moeite om na te gaan wat er leeft onder de inwoners van onze gemeente en wat hun wensen zijn. Om die reden staat bijvoorbeeld in dit verkiezingsprogramma dat er meer betaalbare woningen moeten komen en dat er meer geld moet zijn voor thuiszorg en jeugdzorg.
Maar
Nieuwe Lokale Partij Mooidorp is er voor u!
De Nieuwe Lokale Partij Mooidorp luistert naar wat ú belangrijk vindt in onze gemeente. We gaan daarom de buurten en wijken in om aan inwoners te vragen wat er beter kan in Mooidorp. We horen vaak dat er meer betaalbare huizen moeten komen en dat er meer geld moet zijn voor thuiszorg en jeugdzorg. Wij willen zorgen dat dat gaat gebeuren. U leest erover in dit verkiezingsprogramma, waarin we u al onze plannen voor de komende jaren laten zien.
3. Schrijf korte alinea’s
Een tekst met korte alinea’s en veel witruimte nodigt eerder uit tot lezen dan een massief blok tekst. Maak daarom alinea’s niet langer dan ongeveer 6 regels. Heb je meer regels nodig? Voeg dan een witregel toe. Zorg dat elke alinea over één onderwerp gaat en begin elke alinea met de hoofdboodschap.
Niet
Meer participatie
Onze partij wil vertrouwen geven aan inwoners voor hun eigen leefomgeving. We willen dat gaan doen via activiteitenprogramma’s. In elk activiteitenprogramma wordt per activiteit aangegeven hoe aan de participatie invulling wordt gegeven (bijvoorbeeld met een bewonerspanel, wijkschouw, enquête, overleg e.d.). Tevens is vermeld welk doel daarbij behaald moet worden: raadplegen, adviseren, coproduceren of meebeslissen. We zien de participatiegraad in onze gemeente overigens de laatste jaren al wel stijgen. Ons doel is om die stijging in de komende periode fors te versnellen, waarbij de nadruk steeds meer verschuift van raadplegen en adviseren naar coproduceren en meebeslissen.
Maar
Hoe kunnen inwoners meedoen?
Onze partij wil inwoners het vertrouwen geven om zelf te bepalen wat er in hun buurt of wijk gebeurt. Daarvoor moeten er buurtplannen komen. In die plannen staat bij elke activiteit hoe inwoners kunnen meedoen. Bijvoorbeeld door mee te praten bij een buurtbijeenkomst of door een vragenlijst in te vullen. Ook staat erbij wat het doel is: willen we inwoners alleen raadplegen of om advies vragen? Of willen we dat zij meewerken aan oplossingen en meebeslissen?
Van raadplegen naar meebeslissen
Gelukkig doet een deel van de inwoners van onze gemeente al actief mee. We willen dat de komende jaren nóg meer inwoners meedoen. We vragen ze dan niet alleen om hun mening of om advies. We gaan inwoners vooral meer vragen mee na te denken over oplossingen. Ook vinden we het belangrijk dat inwoners zelf mee kunnen beslissen over hun buurt of wijk.
4. Zet de belangrijkste boodschappen in tussenkopjes
Tussenkopjes maken de tekst overzichtelijk. Schrijf je tussenkopjes zo dat een lezer die weinig tijd heeft, toch jouw belangrijkste boodschappen meekrijgt. Alle tussenkopjes achter elkaar moeten lezen als een korte samenvatting van de volledige tekst.
Niet
Energietransitie
Maar
We halen energie uit wind, zon en aardwarmte
5. Zorg voor samenhang in de tekst
Met een heldere inleiding, een logische alinea-indeling en duidelijke tussenkopjes zorg je al voor samenhang in de tekst. Samenhang tussen zinnen krijg je met woorden als: want, daarom, daardoor, dus, toen, toch, maar. Deze woorden laten zien wat het verband is tussen de zinnen.
Niet
De uitgaven voor jeugdzorg zijn met 10% gestegen. De gemeente heeft een tekort van jaarlijks 1,4 miljoen.
Maar
De uitgaven voor jeugdzorg zijn met 10% gestegen. Hierdoor heeft onze gemeente een tekort van jaarlijks 1,4 miljoen.
6. Schrijf korte en eenvoudige zinnen
Schrijf zinnen van gemiddeld 10 tot 15 woorden en houd ze eenvoudig van vorm. Zet dus geen delen van zinnen tussen komma’s, haakjes of streepjes, maar zet bij elkaar wat bij elkaar hoort. Streef naar een maximale zinslengte van 20 woorden. Zorg voor een mooie afwisseling tussen korte en iets langere zinnen.
Niet
Op de algemene ledenvergadering, waar onze voorzitter een toelichting zal geven op de kandidaatstellingsprocedure en de voorzitter van de programcommissie het conceptverkiezingsprogramma zal presenteren, is er na de pauze gelegenheid om vragen te stellen.
Maar
Op de algemene ledenvergadering licht onze voorzitter toe hoe we de lijst met kandidaten samenstellen. Ook de voorzitter van de programmacommissie is bij de vergadering. Zij presenteert dan het voorstel voor het verkiezingsprogramma. Na de pauze kunt u aan hen vragen stellen.
7. Schrijf actief
Vermijd zoveel mogelijk de passieve werkwoordsvormen worden en zijn. Ze maken je tekst onpersoonlijker en afstandelijker. In een passieve zin is niet altijd duidelijk wie iets doet. Ook het hulpwerkwoord zullen komt erg passief over.
Niet
In oktober zal een besluit worden genomen over het bestemmingsplan.
Maar
In oktober besluit de gemeenteraad over het bestemmingsplan.
8. Gebruik woorden die je lezer kent
Vermijd ambtelijke taal, ouderwetse uitdrukkingen, moeilijke woorden en jargon. Kijk uit met afkortingen die de lezer niet kent. Schrijf ze liever voluit.
Niet | Maar |
inzake | over |
derhalve | daarom, dus |
het advies welke | het advies dat |
te allen tijde | altijd |
realiseren | maken, bereiken |
participeren | meedoen |
t.b.v. (ten behoeve van) | voor |
RES | Regionale Energiestrategie |
9. Schrijf persoonlijk en positief
Betrek de lezer bij je verhaal. Stel bijvoorbeeld eens een vraag. Spreek de lezer in de tekst aan met ‘je’ of ‘u’. En maak je boodschap positief. Vertel wat wel kan en wat je wel wilt in plaats van te melden wat niet kan of wat je niet wilt.
Niet | Maar |
Meer informatie is te vinden op onze site | Meer weten? Kijk op www.directduidelijk.nl. |
U wordt uitgenodigd voor ons politiek café. | U bent van harte welkom op ons politiek café. |
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met.. | Heeft u vragen? Bel of mail met… |
Na 21.00 uur kunt u niet meer gaan stemmen. | U kunt stemmen tot 21.00 uur. |
Stop met hamsteren. | Koop alleen wat je nodig hebt. |
10. Ondersteun je tekst met beelden
Als je beelden aan je tekst toevoegt, onthouden lezers je boodschap beter. Ook zijn je teksten met beeld een stuk aantrekkelijker. Denk aan foto’s, grafieken, tekeningen, infographics en icoontjes. Zorg ervoor dat het beeld dat je gebruikt de tekst ondersteunt.
Niet
Hier is een appartementengebouw gepland met een dusdanige hoogte en massaliteit dat het historische kleinschalige karakter van de straat helemaal verloren gaat. Daar zijn wij op tegen.
Maar
Wij willen dorps bouwen. Nieuwe gebouwen moeten passen in de omgeving. Ook moet er ruimte zijn voor groen. Daarom hebben we een voorstel ingediend voor een nieuw plan.
Dit was het plan | Dit is ons plan |
![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Valkuilen van schrijven op B1-niveau
Eenvoudig schrijven is niet zo eenvoudig. Teksten moeten makkelijk leesbaar zijn. Maar je moet er niet in doorslaan. Hieronder een paar valkuilen die je moet zien te omzeilen als je eenvoudig wilt schrijven.
Je tekst mist de essentie
Kijk uit dat je niet de belangrijkste woorden weglaat, als die wel essentieel zijn voor de inhoud van de tekst. Heb je het over een moeilijk woord of abstract begrip? Leg het woord of begrip dan uit of geef een voorbeeld. Soms wordt je tekst daardoor wat langer, maar dat is dan maar zo.
De nuance ontbreekt
Het is lastig een genuanceerde tekst te schrijven als je die tegelijkertijd eenvoudig wilt houden. Wetten en regels zijn bijvoorbeeld niet altijd goed uit te leggen op B1-niveau. Vraag je steeds af wat het doel is van je tekst en of je lezer die genuanceerde informatie echt nodig heeft.
Je schrijft te veel in kleutertaal
Veel korte zinnetjes achter elkaar lijken soms te veel op jip-en-janneketaal. Dan voelt de lezer zich niet meer serieus genomen en schiet je je doel voorbij. Maak je woorden en zinnen daarom niet te kinderachtig en wissel korte en iets langere zinnen met elkaar af.
Check je teksten
Schrijf je een tekst voor een grote groep lezers? Laat de tekst proeflezen en vraag proeflezers om tips. Met onlinetools kun je je teksten controleren.
- Klinkende Taal van Gridline
- Texamen van Bureau Taal
- Is het B1? Een woordenchecker
- eenvoudigewoorden.nl
- Direct duidelijk – lijst gemeente Rotterdam en Den Haag