Of jouw partij het verschil maakt, hangt grotendeels af van de mensen die je partij in de gemeenteraad vertegenwoordigen. Hoe vind je goede kandidaat-raadsleden? Wanneer begin je met zoeken? Waar moet je op letten? En hoe bereid je je kandidaten voor op het raadslidmaatschap? Hier vind je alle verschillende stappen in het kandidaatstellingsproces, met handige links, downloads en een tijdsplanning.
Nee. Wethouders hoeven niet op een kandidatenlijst te staan. Zij hoeven ook geen lid te zijn van een politieke partij.
Een nieuwe politieke partij of een partij die in de gemeenteraad maximaal 15 zetels heeft, mag maximaal 50 kandidaten op de kandidatenlijst zetten. Een partij die 16 zetels of meer heeft in de gemeenteraad, mag maximaal 80 kandidaten op de kandidatenlijst zetten (Kieswet, artikel H7).
Op het moment van kandidaatstelling hoeven de kandidaten (nog) niet in de gemeente te wonen waar zij verkiesbaar zijn. Kandidaten die nog niet wonen in de gemeente waarvoor zij verkiesbaar zijn, moeten wel verklaren dat zij van plan zijn om te verhuizen wanneer zij in de gemeenteraad komen.
Ja, dat mag. Ook wanneer een kandidaat in de gemeenteraad of het provinciebestuur is gekomen, mag hij daarnaast lid zijn van het afdelingsbestuur. Het lidmaatschap van het afdelingsbestuur wordt hier dus niet als een ‘onverenigbare’ nevenfunctie gezien. Welke nevenfuncties zijn dat dan wel? Zie daarvoor Gemeentewet artikelen 13, 36b en 68 en Provinciewet artikelen 31, 45 en 47.
De zoektocht naar goede kandidaat-raadsleden begint met het tijdig opstellen van een profielschets. Daarin maak je duidelijk wat voor jullie partij een goed raadslid is en wat je van diegene verwacht.
Werving en scouting van potentiële raadsleden moet continue gebeuren, en niet pas starten vlak voor verkiezingen. Hoe groter de vijver waaruit je kunt vissen, hoe groter de kans dat je een gevarieerde kandidatenlijst kunt opstellen.